Papier-mache
Door: Anne-Meike
Blijf op de hoogte en volg Andy
24 November 2006 | China, Golmud
We verlaten Chengdu met de trein en gaan richting Urumqi. Wegens een gebrek aan beschikbare hardsleeperbedden kopen we twee softsleeperkaartjes. De bedden in een softsleeper zijn niet zachter dan in een hardsleepercoupe maar het rijtuig is rustiger en schoner waardoor we een comfortabele 53 uur tegemoet gaan. Het rijstel waar we in terecht komen blijkt praktisch leeg, de twee andere bedden in de coupe blijven onbeslapen. Twee vriendelijke gastvrouwen voorzien ons van heet water voor thee. Luxer dan dit kunnen we het ons niet wensen.
De zon schijnt en werpt lange schaduwen voor zich uit. We passeren tempels in bergwanden, steenfabrieken en koolafgravingen. Het landschap toont zijn herfstkleuren van geel tot oranje, van dieprood tot bruin. In de droge rivierbeddingen liggen kapotte bruggen als bewijs van eerdere overstromingen maar met de droogte die wij onderweg zien is dat moeilijk te geloven. De trein vervolgt zijn weg door lange koele tunnels, we zien geen hand voor ogen om vervolgens weer verblind te worden door de felle zon. De nacht is onrustig en warm vanwege de verwarming die naast onze hoofden gloeit. Onrustige dromen houden ons in een waak- en slaaptoestand. Wanneer het licht wordt zien we een heel ander landschap dan de dag ervoor. Alles is geel, droog en dor. De trein kreunt en steunt terwijl wij van station naar station rijden. Op de stoffige perrons duwen mannen en vrouwen in witte schorten karren met etenswaren voor zich uit. Wanneer de trein stopt voorzien ze de treinpassagiers van instant noodles, nootjes en gedroogd vlees. Hun monden zijn afgeschermd met mondkapjes. In de verte zien we moskeeen en huizen in aardetinten met kleine ramen. Op de kale akkers werken mannen en vrouwen. Ze zijn bedekt onder verschillende lagen kleding als bescherming tegen de zon en het stof. Hun gezichten zijn rimpelig en verweerd. Wanneer aan het einde van de dag de schemer valt zijn hun schimmen verdwenen, draaien er rookpluimen uit de schoorstenen en sluimeren mistwolken over het land. Wij maken ons op voor de laatste nacht in de trein.
We verlaten de trein nadat we eerst aanschouwen hoe hard de twee gastvrouwen van de trein naar elkaar kunnen schreeuwen. Als twee gillende keukenmeiden maken ze elkaar verbaal een kop kleiner. Terwijl de 1 aan onze rechterzijde staat te stampvoeten krijst de ander aan onze linkerzijde zonder adempauze naar haar collega. Wat opvalt is dat ze elkaar niet aankijken. De linker dame kijkt stoicijns naar de bouwvallen die buiten aan ons voorbij glijden. De rechter dame houdt een gordijn in haar handen en bestudeerd het patroon. Wij wachten tot we kunnen uitstappen. Gezellig.
Urumqi is een stad die ons uiteindelijk niet echt kan bekoren. De stad die bekend staat als 'de stad op de wereld met de grootste afstand tot de zee' lijkt op de vele chinese steden die we inmiddels al hebben gezien. Veel bouwputten, veel architectonische wansmaak en nog meer brede wegen. De provincie waar we nu zitten herbergt de Uighur bevolking. In Urumqi zien we dan ook de eerste moslim eetstalletjes en winkels. De verhoudingen tussen de Han-Chinezen en de Uighurs schijnen niet al te best te zijn maar daar merken we in eerste instantie weinig van. Wat wel opvalt is dat onderweg de meeste banen in hotels, tankstations en eigenlijk alles uitgevoerd wordt door Han-Chinezen.
Het hostel waar we slapen is koud en muf. De douche bevindt zich boven het 'franse' toilet dat ons tijdens het douchen als een groot bruin gat aangaapt. De angst er met je slipper in te glibberen zorgt ervoor dat je kort doucht. Misschien is het een manier is om water te besparen. Zoals we onderweg gezien hebben is er in China namelijk een groot watergebrek. In het hostel bevinden zich nog twee andere toeristen. De twee jongens die we in het hostel aantreffen hangen in het donker op de bank voor de televisie. Geen gezellige gesprekpartners dus. We gaan opzoek naar eten en krijgen een menukaart met foto's zodat het handig kiezen is. Niets is zo bedriegelijk als beeld. We hadden het kunnen weten, we zijn al eerder zo naief geweest. Wat wij aanzien voor een warm kipgerecht blijkt koude geitenpens te zijn. Het vlees is taai en heeft meer weg van kauwgom. Bovendien is de zuignappenstructuur van het vlees niet erg aanlokkelijk. We besluiten bij te komen in een park. Wanneer we een bankje hebben gevonden met uitzicht over het park parkeert een dame haar rode auto voor onze neus. We halen diep adem. Niets is heiliger dan de auto in China. Een aantal dagen gaan voorbij, we struinen, zien een zondagsmarkt en besluiten ons bezoek aan Urumqi af te sluiten met een bezoek aan de franse winkel Carrefour. We bedanken de goden voor de koffie en Snickers in de schappen die onze toekomstige busreizen weer iets aangenamer zullen maken en late de grauwe stad voor wat het is.
Ongeveer twee uur reizen van Urumqi ligt Turpan. Hier huren we een fiets om in de omgeving twee toeristische attracties te bezoeken. We verorberen ieder twee gestoomde broodjes die naar kinderboederij ruiken maar gelukkig iets beter smaken, we zuchten dat het vinden van lekker eten nog niet echt wil lukken en kopen wat te drinken en een plat rond brood voor onderweg. De platte ronde broden worden door Uighurs gebakken in oude drums en hebben een licht ui smaak. Ze vormen een goede basis voor een dag fietsen.
De Emin Minaret is even indrukwekkend als we gehoopt hadden. Bij aankomst draait een souvernierstal nog heel hard een nieuw verkregen cd maar gelukkig wordt de herrie al snel weer gedoofd. We wandelen door de tuin met wijnranken, om de moskee en bekijken de minaret. Van de minaret rijden we naar een dorpsruine aan de andere kant van Turpan. De fietszadels terroriseren onze billen maar met onze knieen tegen onze kin fietsen we stug door. Tijdens het begin van de rit fietsen we langs kinderen die onderweg zijn naar school. We wisselen duizenden 'hello's' uit en als uiteindelijk de bebouwing verdwijnt zien we in de verte het plateau met de stadsruine. Het is duidelijk te merken dat het geen hoogseizoen meer is. We zijn 1 van de weinige bezoekers wat het geheel nog indrukwekkender maakt. Wat we zien is een droge vlakte met resten van tempels, woningen en steegjes. Het idee dat je op een plek loopt waar vroeger een hele stad met al zijn levendigheid in de bizarre weersomstandigheden van de woestijn heeft bestaan. De hitte, de koude en de droogte. Het is moeilijk voor te stellen. Triest genoeg heeft een andere bezoeker een eeuwenoude kelder als toilet gebruikt om het geheel af te sluiten met het uitdrukken van zijn of haar peuk in de muur.
We verlaten Turpan met een sleeperbus richting Kashgar. De rit gaat ons niet in de koude kleren zitten. De meningen over bussen en treinen onder reizigers zijn verdeeld. Er zijn mensen die zweren bij het reizen per trein vanwege het comfort en de betrouwbaarheid en er zijn mensen die houden het liever bij de bus omdat je dan meer deel uit maakt van het leven op straat en al zijn rumoer. Wij komen er achter dat we liever 'treinen'.
Een sleeperbus is in de lengte van de bus opgebouwd uit drie rijen. Elke rij heeft twee smalle bedden boven elkaar. Het idee van zo'n bus is briljant. Je kan redelijk rusten terwijl je reist. Afhankelijk van de omstandigheden... De geur in de bus naar naar onze volgende bestemming doet ons vermoeden dat er onder ieder bed een geit zich schuil houdt. Worden de dekens in de trein nog met enige regelmaat gewassen, in de bus worden ze met enige regelmaat omgedraaid voor de volgende rit. De geur van zweetvoeten is overweldigend. Muziek tettert uit de speakers. De bus zwalkt en schudt over de weg. Aangezien ik de eigenaresse ben van een kleine blaas is het maken van een sanitaire stop van levensbelang. In de trein is dit geen probleem. Wanneer je moet dan ga je. In de bus ben je echter afhankelijk van de behoeftes van de buschauffeur, zijn bijrijder of de kaartjesverkoper. Nu blijken ook zij behoeftes te hebben. Het oppikken van andere passagiers op onmogelijke plekken bijvoorbeeld. Rondrijden door dorpen opzoek naar passagiers. Tanken op plekken zonder toilet is er nog zo 1. Een nachtelijke stop maken, gaan slapen met de deur open terwijl het minstens 10 graden vriest om 's ochtends nog meer mensen op te halen. Ook een voorbeeld. Ons daarna uit de bus zetten in een zanderig plaatsje ergens, ik weet niet waar, zodat er nieuwe passagiers op onze bedden kunnen liggen. Gelukkig nog wel het fatsoen hebben om een andere bus voor ons te regelen. Geen gezeur daarover, dat was netjes van ze. Om vervolgens overgeleverd te worden aan de behoeftes van een andere chauffeur, zijn bijrijder en kaartjesverkoper. Plaats nemen in een al beslapen bed, nog warm van de vorige passagier zodat ik de medepassagiers die mij met open mond aanstaren kan groeten. 'Leuk, jullie ook hier' Naar Andy knikken die aan de andere kant van de warme rokerige bus ook een net beslapen bed heeft gevonden. Om het geheel af te sluiten door mijn capuchon over mijn hoofd te trekken, bedenken waarom we in vredesnaam weer naar China zijn gekomen en hopen dat de laatste vijf van de in totaal 29 uur heel erg snel voorbij zullen vliegen.
Nu lijkt zo'n ervaring op het moment dat het gebeurt altijd iets heftiger dan het daadwerkelijk is. Maar deze keer geven onze lichamen iets minder mee dan we hadden gehoopt. In het hotel met russische uitstraling aangekomen krijgt Andy stevige rugpijn en wordt verkouden. Ik blijf nog even verlost van klachten maar niet voor lang.
In Kashgar bezoeken we 'the old town'. Het licht in de smalle steegjes verandert de wandelende mensen in schimmen die langs de huizen glijden. Het is een mooi schouwspel. De kleine huizen zijn versiert met houtsnijwerk, de toegangspoorten afgeschermd met lakens die deinen op de wind. Op de zondagsmarkt zien we een parkeerplaats voor ezels en kraampjes met allerlei kleding en etenswaren. We eten voor het eerst Uighurs wat voornamelijk inhoud dat je veel vlees eet. Koe op een stokje, varken met noodles, kip met rijst. In het hotel boeken we een tour naar het Karakulmeer dat op 3600 meter omringd wordt door bergen. De aankondiging van het toeristenbureau vermeld: 'Stay in an authentic turt' Geen idee wat het is, het klinkt als een drol maar het lijkt ons een avontuur om in een authentieke turt te slapen dus de volgende ochtend rijden we met een chauffeur en nog twee andere jongens richting de bergen. Het asfaltlint dat tevens naar de pakistaanse grens loopt wordt af en toe onderbroken door grote gaten in de weg. Op de bergtoppen ligt sneeuw, er waait een ijzige wind. Bij het meer verblijven we bij een Kirgische familie in huis. De familie bestaat uit een vader, moeder, drie kinderen en een aantal yaks. De ervaring is bijzonder. Bij aankomst krijgen we zoute yakthee en brood. De woning is sober met weinig spullen en wordt verwarmd door een houtkachel waar ook de gedroogde yakdrollen in verdwijnen. Na de lunch wandelen we richting het meer. De sneeuw knerpt onder onze voeten. Langzaam trekt de bewolking weg zodat het meer blauw kleurt. De zon verwarmt onze gezichten. In het witte landschap zien we de sporen van yaks en hun herders. Raven cirkelen rondjes boven ons hoofd. Andy en de twee jongens wandelen naar een nog hogere bergtop terwijl ik op een steen in de zon naar het suizen in mijn eigen oren luister. Rust in China, dat heb ik nog maar weinig meegemaakt. Als we later terug keren in de woning van het gezin zijn de voorbereidingen voor het avondeten al in volle gang. De vrouw gooit drie verschillende soorten katoenolie in een wok en laat dat een kwartier op het vuur staan spetteren. Ze snijdt de groente en het vlees in het licht dat door het enige aanwezige raam schijnt. Het lijkt op een schilderij van Vermeer zoals ze daar zit met haar hoofddoek om het haar in het diagonale licht. De scene wordt onderbroken door het geluid van een mobieltje. De oudste zoon springt op en beantwoordt de telefoon. Wij kijken elkaar verbaast aan. Waarom ook niet, een mobieltje in je jurt, turt of wat dan ook? Het eten smaakt goed en niet veel later zitten de kinderen aan hun huiswerk bij het kaarslicht terwijl de moeder de kamer klaarmaakt voor de nacht. Dekens en matrassen gevuld met riet worden overal vandaan gehaald en over de vloer verspreid. Met tien bedden is de kamer goed gevuld.
De nacht is onrustig. Andy heeft nog last van zijn verkoudheid. Zijn longen schrapen tijdens hun zoektocht naar zuurstof. Ook mijn lijf heeft last van de hoogte. Koppijn en misselijkheid overheersen de nacht die maar niet voorbij lijkt te gaan. Soms weet ik van gekte niet meer of ik mijn ogen open of dicht heb. Het lukt me maar niet om de slaap te vatten. 's Nachts begint de moeder te jammeren. Even gaat er een kaars aan. Ze huilt. De volgende morgen blijkt dat kiespijn haar uit haar slaap hield. Bij het eerste licht strompelen Andy en ik samen richting het publieke toilet. In de verte horen we het ochtendgebed. Een ezel balkt zijn longen uit zijn lijf. Een yak kijkt sloom naar ons op. Kijkend naar de ijspoeptorens bedenk ik me dat papiermache er niks bij is en probeer ik over te geven om de irritante misselijkheid kwijt te raken maar het wil niet baten. Bij terugkomst in Kasghar verruild de misselijkheid zich voor koorts en andere lichamelijke ongemakken en is het mijn beurt om een paar dagen in bed te blijven.
In Kashgar maar ook al eerder in Urumqi informeren we naar de zuidelijk zijderoute richting Golmud. Het is voor ons de meest logische route om naar Lhasa te gaan. Via internet komen we al een hoop te weten, vooral dat de route niet al te vaak bereisd wordt door backpackers, maar ook in de hotels horen we verschillende meningen en verklaringen. De route wordt ons aan- en afgeraden. Ons wordt verteld dat het onmogelijk is om de route te doen. Om vervolgens aan te horen dat het de mooiste route van iemand zijn leven was, dat het reizen met de bus door dit gebied echt fantastisch is als je van reizen met de bus houdt... Daarna wordt ons meegedeeld dat het een hele dure route is. Dat je een prive auto moet regelen om van de ene naar de andere plaats te komen. We twijfelen. Uiteindelijk besluiten we, met de busreis van Turpan naar Kashgar en onze lichamelijke gesteldheid in ons achterhoofd, het toch niet te doen.
We nemen een trein naar Korla waar we in eerste instantie midden in de nacht inchecken in een ranzig hotel vlakbij het station om vervolgens heel de nacht wakker te liggen op het getoeter van de treinen en het gekrik van de bovenburen (de volgende morgen komen we er achter dat de hotelskamers ook per uur beschikbaar zijn wat het de herrie van de vorige nacht weer verklaart). De volgende ochtend strompelen we gebroken terug naar het station om treinkaartjes te kopen. Aldaar komen we tot de conclusie dat heel China dezelfde plaats van bestemming heeft als wij. We aanschouwen hoe politie-agenten de menigte in de rij duwen, snauwen met als resultaat een hartstondig jankende vrouw die haar gekrijs ruim 15 minuten volhoudt. Ik begin inwendig ook te huilen om de rotzooi en de schoonheid die dit land te bieden heeft. Vooral wanneer de vrouw niet veel later triomfantelijk voorbij struint met treinkaartjes in haar hand. Het bleken krokodillentranen van iemand die haar zin niet kreeg.
Uiteindelijk rijden we naar het centrum van Korla waar Andy zo goed afdingt(60%) dat we twee nachten bij kunnen komen in een luxe hotel. Alhoewel we Korla in eerste instantie niet als stop hadden ingepland hebben we een goede tijd in deze stad. We verruilen Korla voor Dunhuang waar we hele bijzonder grotten gevuld met boedha's bekijken (de chinese toeristische parade er omheen negerend) De eeuwenoude grotten mogen helaas voor ons en gelukkig voor het behoud van de juweeltjes niet gefotografeerd worden, geen foto's dus. En inmiddels zitten we in Golmud. Vandaag een permit geregeld voor Lhasa. Overmorgen hopelijk met de trein naar Tibet. Petje af voor diegene die het tot het einde van deze lap tekst heeft gered, voor diegene die alleen snel het einde heeft gelezen. Voor straf het hele stuk opnieuw lezen!
De zon schijnt en werpt lange schaduwen voor zich uit. We passeren tempels in bergwanden, steenfabrieken en koolafgravingen. Het landschap toont zijn herfstkleuren van geel tot oranje, van dieprood tot bruin. In de droge rivierbeddingen liggen kapotte bruggen als bewijs van eerdere overstromingen maar met de droogte die wij onderweg zien is dat moeilijk te geloven. De trein vervolgt zijn weg door lange koele tunnels, we zien geen hand voor ogen om vervolgens weer verblind te worden door de felle zon. De nacht is onrustig en warm vanwege de verwarming die naast onze hoofden gloeit. Onrustige dromen houden ons in een waak- en slaaptoestand. Wanneer het licht wordt zien we een heel ander landschap dan de dag ervoor. Alles is geel, droog en dor. De trein kreunt en steunt terwijl wij van station naar station rijden. Op de stoffige perrons duwen mannen en vrouwen in witte schorten karren met etenswaren voor zich uit. Wanneer de trein stopt voorzien ze de treinpassagiers van instant noodles, nootjes en gedroogd vlees. Hun monden zijn afgeschermd met mondkapjes. In de verte zien we moskeeen en huizen in aardetinten met kleine ramen. Op de kale akkers werken mannen en vrouwen. Ze zijn bedekt onder verschillende lagen kleding als bescherming tegen de zon en het stof. Hun gezichten zijn rimpelig en verweerd. Wanneer aan het einde van de dag de schemer valt zijn hun schimmen verdwenen, draaien er rookpluimen uit de schoorstenen en sluimeren mistwolken over het land. Wij maken ons op voor de laatste nacht in de trein.
We verlaten de trein nadat we eerst aanschouwen hoe hard de twee gastvrouwen van de trein naar elkaar kunnen schreeuwen. Als twee gillende keukenmeiden maken ze elkaar verbaal een kop kleiner. Terwijl de 1 aan onze rechterzijde staat te stampvoeten krijst de ander aan onze linkerzijde zonder adempauze naar haar collega. Wat opvalt is dat ze elkaar niet aankijken. De linker dame kijkt stoicijns naar de bouwvallen die buiten aan ons voorbij glijden. De rechter dame houdt een gordijn in haar handen en bestudeerd het patroon. Wij wachten tot we kunnen uitstappen. Gezellig.
Urumqi is een stad die ons uiteindelijk niet echt kan bekoren. De stad die bekend staat als 'de stad op de wereld met de grootste afstand tot de zee' lijkt op de vele chinese steden die we inmiddels al hebben gezien. Veel bouwputten, veel architectonische wansmaak en nog meer brede wegen. De provincie waar we nu zitten herbergt de Uighur bevolking. In Urumqi zien we dan ook de eerste moslim eetstalletjes en winkels. De verhoudingen tussen de Han-Chinezen en de Uighurs schijnen niet al te best te zijn maar daar merken we in eerste instantie weinig van. Wat wel opvalt is dat onderweg de meeste banen in hotels, tankstations en eigenlijk alles uitgevoerd wordt door Han-Chinezen.
Het hostel waar we slapen is koud en muf. De douche bevindt zich boven het 'franse' toilet dat ons tijdens het douchen als een groot bruin gat aangaapt. De angst er met je slipper in te glibberen zorgt ervoor dat je kort doucht. Misschien is het een manier is om water te besparen. Zoals we onderweg gezien hebben is er in China namelijk een groot watergebrek. In het hostel bevinden zich nog twee andere toeristen. De twee jongens die we in het hostel aantreffen hangen in het donker op de bank voor de televisie. Geen gezellige gesprekpartners dus. We gaan opzoek naar eten en krijgen een menukaart met foto's zodat het handig kiezen is. Niets is zo bedriegelijk als beeld. We hadden het kunnen weten, we zijn al eerder zo naief geweest. Wat wij aanzien voor een warm kipgerecht blijkt koude geitenpens te zijn. Het vlees is taai en heeft meer weg van kauwgom. Bovendien is de zuignappenstructuur van het vlees niet erg aanlokkelijk. We besluiten bij te komen in een park. Wanneer we een bankje hebben gevonden met uitzicht over het park parkeert een dame haar rode auto voor onze neus. We halen diep adem. Niets is heiliger dan de auto in China. Een aantal dagen gaan voorbij, we struinen, zien een zondagsmarkt en besluiten ons bezoek aan Urumqi af te sluiten met een bezoek aan de franse winkel Carrefour. We bedanken de goden voor de koffie en Snickers in de schappen die onze toekomstige busreizen weer iets aangenamer zullen maken en late de grauwe stad voor wat het is.
Ongeveer twee uur reizen van Urumqi ligt Turpan. Hier huren we een fiets om in de omgeving twee toeristische attracties te bezoeken. We verorberen ieder twee gestoomde broodjes die naar kinderboederij ruiken maar gelukkig iets beter smaken, we zuchten dat het vinden van lekker eten nog niet echt wil lukken en kopen wat te drinken en een plat rond brood voor onderweg. De platte ronde broden worden door Uighurs gebakken in oude drums en hebben een licht ui smaak. Ze vormen een goede basis voor een dag fietsen.
De Emin Minaret is even indrukwekkend als we gehoopt hadden. Bij aankomst draait een souvernierstal nog heel hard een nieuw verkregen cd maar gelukkig wordt de herrie al snel weer gedoofd. We wandelen door de tuin met wijnranken, om de moskee en bekijken de minaret. Van de minaret rijden we naar een dorpsruine aan de andere kant van Turpan. De fietszadels terroriseren onze billen maar met onze knieen tegen onze kin fietsen we stug door. Tijdens het begin van de rit fietsen we langs kinderen die onderweg zijn naar school. We wisselen duizenden 'hello's' uit en als uiteindelijk de bebouwing verdwijnt zien we in de verte het plateau met de stadsruine. Het is duidelijk te merken dat het geen hoogseizoen meer is. We zijn 1 van de weinige bezoekers wat het geheel nog indrukwekkender maakt. Wat we zien is een droge vlakte met resten van tempels, woningen en steegjes. Het idee dat je op een plek loopt waar vroeger een hele stad met al zijn levendigheid in de bizarre weersomstandigheden van de woestijn heeft bestaan. De hitte, de koude en de droogte. Het is moeilijk voor te stellen. Triest genoeg heeft een andere bezoeker een eeuwenoude kelder als toilet gebruikt om het geheel af te sluiten met het uitdrukken van zijn of haar peuk in de muur.
We verlaten Turpan met een sleeperbus richting Kashgar. De rit gaat ons niet in de koude kleren zitten. De meningen over bussen en treinen onder reizigers zijn verdeeld. Er zijn mensen die zweren bij het reizen per trein vanwege het comfort en de betrouwbaarheid en er zijn mensen die houden het liever bij de bus omdat je dan meer deel uit maakt van het leven op straat en al zijn rumoer. Wij komen er achter dat we liever 'treinen'.
Een sleeperbus is in de lengte van de bus opgebouwd uit drie rijen. Elke rij heeft twee smalle bedden boven elkaar. Het idee van zo'n bus is briljant. Je kan redelijk rusten terwijl je reist. Afhankelijk van de omstandigheden... De geur in de bus naar naar onze volgende bestemming doet ons vermoeden dat er onder ieder bed een geit zich schuil houdt. Worden de dekens in de trein nog met enige regelmaat gewassen, in de bus worden ze met enige regelmaat omgedraaid voor de volgende rit. De geur van zweetvoeten is overweldigend. Muziek tettert uit de speakers. De bus zwalkt en schudt over de weg. Aangezien ik de eigenaresse ben van een kleine blaas is het maken van een sanitaire stop van levensbelang. In de trein is dit geen probleem. Wanneer je moet dan ga je. In de bus ben je echter afhankelijk van de behoeftes van de buschauffeur, zijn bijrijder of de kaartjesverkoper. Nu blijken ook zij behoeftes te hebben. Het oppikken van andere passagiers op onmogelijke plekken bijvoorbeeld. Rondrijden door dorpen opzoek naar passagiers. Tanken op plekken zonder toilet is er nog zo 1. Een nachtelijke stop maken, gaan slapen met de deur open terwijl het minstens 10 graden vriest om 's ochtends nog meer mensen op te halen. Ook een voorbeeld. Ons daarna uit de bus zetten in een zanderig plaatsje ergens, ik weet niet waar, zodat er nieuwe passagiers op onze bedden kunnen liggen. Gelukkig nog wel het fatsoen hebben om een andere bus voor ons te regelen. Geen gezeur daarover, dat was netjes van ze. Om vervolgens overgeleverd te worden aan de behoeftes van een andere chauffeur, zijn bijrijder en kaartjesverkoper. Plaats nemen in een al beslapen bed, nog warm van de vorige passagier zodat ik de medepassagiers die mij met open mond aanstaren kan groeten. 'Leuk, jullie ook hier' Naar Andy knikken die aan de andere kant van de warme rokerige bus ook een net beslapen bed heeft gevonden. Om het geheel af te sluiten door mijn capuchon over mijn hoofd te trekken, bedenken waarom we in vredesnaam weer naar China zijn gekomen en hopen dat de laatste vijf van de in totaal 29 uur heel erg snel voorbij zullen vliegen.
Nu lijkt zo'n ervaring op het moment dat het gebeurt altijd iets heftiger dan het daadwerkelijk is. Maar deze keer geven onze lichamen iets minder mee dan we hadden gehoopt. In het hotel met russische uitstraling aangekomen krijgt Andy stevige rugpijn en wordt verkouden. Ik blijf nog even verlost van klachten maar niet voor lang.
In Kashgar bezoeken we 'the old town'. Het licht in de smalle steegjes verandert de wandelende mensen in schimmen die langs de huizen glijden. Het is een mooi schouwspel. De kleine huizen zijn versiert met houtsnijwerk, de toegangspoorten afgeschermd met lakens die deinen op de wind. Op de zondagsmarkt zien we een parkeerplaats voor ezels en kraampjes met allerlei kleding en etenswaren. We eten voor het eerst Uighurs wat voornamelijk inhoud dat je veel vlees eet. Koe op een stokje, varken met noodles, kip met rijst. In het hotel boeken we een tour naar het Karakulmeer dat op 3600 meter omringd wordt door bergen. De aankondiging van het toeristenbureau vermeld: 'Stay in an authentic turt' Geen idee wat het is, het klinkt als een drol maar het lijkt ons een avontuur om in een authentieke turt te slapen dus de volgende ochtend rijden we met een chauffeur en nog twee andere jongens richting de bergen. Het asfaltlint dat tevens naar de pakistaanse grens loopt wordt af en toe onderbroken door grote gaten in de weg. Op de bergtoppen ligt sneeuw, er waait een ijzige wind. Bij het meer verblijven we bij een Kirgische familie in huis. De familie bestaat uit een vader, moeder, drie kinderen en een aantal yaks. De ervaring is bijzonder. Bij aankomst krijgen we zoute yakthee en brood. De woning is sober met weinig spullen en wordt verwarmd door een houtkachel waar ook de gedroogde yakdrollen in verdwijnen. Na de lunch wandelen we richting het meer. De sneeuw knerpt onder onze voeten. Langzaam trekt de bewolking weg zodat het meer blauw kleurt. De zon verwarmt onze gezichten. In het witte landschap zien we de sporen van yaks en hun herders. Raven cirkelen rondjes boven ons hoofd. Andy en de twee jongens wandelen naar een nog hogere bergtop terwijl ik op een steen in de zon naar het suizen in mijn eigen oren luister. Rust in China, dat heb ik nog maar weinig meegemaakt. Als we later terug keren in de woning van het gezin zijn de voorbereidingen voor het avondeten al in volle gang. De vrouw gooit drie verschillende soorten katoenolie in een wok en laat dat een kwartier op het vuur staan spetteren. Ze snijdt de groente en het vlees in het licht dat door het enige aanwezige raam schijnt. Het lijkt op een schilderij van Vermeer zoals ze daar zit met haar hoofddoek om het haar in het diagonale licht. De scene wordt onderbroken door het geluid van een mobieltje. De oudste zoon springt op en beantwoordt de telefoon. Wij kijken elkaar verbaast aan. Waarom ook niet, een mobieltje in je jurt, turt of wat dan ook? Het eten smaakt goed en niet veel later zitten de kinderen aan hun huiswerk bij het kaarslicht terwijl de moeder de kamer klaarmaakt voor de nacht. Dekens en matrassen gevuld met riet worden overal vandaan gehaald en over de vloer verspreid. Met tien bedden is de kamer goed gevuld.
De nacht is onrustig. Andy heeft nog last van zijn verkoudheid. Zijn longen schrapen tijdens hun zoektocht naar zuurstof. Ook mijn lijf heeft last van de hoogte. Koppijn en misselijkheid overheersen de nacht die maar niet voorbij lijkt te gaan. Soms weet ik van gekte niet meer of ik mijn ogen open of dicht heb. Het lukt me maar niet om de slaap te vatten. 's Nachts begint de moeder te jammeren. Even gaat er een kaars aan. Ze huilt. De volgende morgen blijkt dat kiespijn haar uit haar slaap hield. Bij het eerste licht strompelen Andy en ik samen richting het publieke toilet. In de verte horen we het ochtendgebed. Een ezel balkt zijn longen uit zijn lijf. Een yak kijkt sloom naar ons op. Kijkend naar de ijspoeptorens bedenk ik me dat papiermache er niks bij is en probeer ik over te geven om de irritante misselijkheid kwijt te raken maar het wil niet baten. Bij terugkomst in Kasghar verruild de misselijkheid zich voor koorts en andere lichamelijke ongemakken en is het mijn beurt om een paar dagen in bed te blijven.
In Kashgar maar ook al eerder in Urumqi informeren we naar de zuidelijk zijderoute richting Golmud. Het is voor ons de meest logische route om naar Lhasa te gaan. Via internet komen we al een hoop te weten, vooral dat de route niet al te vaak bereisd wordt door backpackers, maar ook in de hotels horen we verschillende meningen en verklaringen. De route wordt ons aan- en afgeraden. Ons wordt verteld dat het onmogelijk is om de route te doen. Om vervolgens aan te horen dat het de mooiste route van iemand zijn leven was, dat het reizen met de bus door dit gebied echt fantastisch is als je van reizen met de bus houdt... Daarna wordt ons meegedeeld dat het een hele dure route is. Dat je een prive auto moet regelen om van de ene naar de andere plaats te komen. We twijfelen. Uiteindelijk besluiten we, met de busreis van Turpan naar Kashgar en onze lichamelijke gesteldheid in ons achterhoofd, het toch niet te doen.
We nemen een trein naar Korla waar we in eerste instantie midden in de nacht inchecken in een ranzig hotel vlakbij het station om vervolgens heel de nacht wakker te liggen op het getoeter van de treinen en het gekrik van de bovenburen (de volgende morgen komen we er achter dat de hotelskamers ook per uur beschikbaar zijn wat het de herrie van de vorige nacht weer verklaart). De volgende ochtend strompelen we gebroken terug naar het station om treinkaartjes te kopen. Aldaar komen we tot de conclusie dat heel China dezelfde plaats van bestemming heeft als wij. We aanschouwen hoe politie-agenten de menigte in de rij duwen, snauwen met als resultaat een hartstondig jankende vrouw die haar gekrijs ruim 15 minuten volhoudt. Ik begin inwendig ook te huilen om de rotzooi en de schoonheid die dit land te bieden heeft. Vooral wanneer de vrouw niet veel later triomfantelijk voorbij struint met treinkaartjes in haar hand. Het bleken krokodillentranen van iemand die haar zin niet kreeg.
Uiteindelijk rijden we naar het centrum van Korla waar Andy zo goed afdingt(60%) dat we twee nachten bij kunnen komen in een luxe hotel. Alhoewel we Korla in eerste instantie niet als stop hadden ingepland hebben we een goede tijd in deze stad. We verruilen Korla voor Dunhuang waar we hele bijzonder grotten gevuld met boedha's bekijken (de chinese toeristische parade er omheen negerend) De eeuwenoude grotten mogen helaas voor ons en gelukkig voor het behoud van de juweeltjes niet gefotografeerd worden, geen foto's dus. En inmiddels zitten we in Golmud. Vandaag een permit geregeld voor Lhasa. Overmorgen hopelijk met de trein naar Tibet. Petje af voor diegene die het tot het einde van deze lap tekst heeft gered, voor diegene die alleen snel het einde heeft gelezen. Voor straf het hele stuk opnieuw lezen!
-
24 November 2006 - 11:31
Anne-Meike:
Nog even voor de goede orde, er zijn nog meer foto's. NOG MEER? Ja nog meer!, maar die staan op cd en we zijn nog niet in de mogelijkheid om ze op het web te zetten. Wordt vervolgd dus. Zaijian voor nu uit Golmud en tot de volgende keer. -
24 November 2006 - 11:53
Mars:
Beste moslima, wat een tekst zeg.. mooi dat Karakul. Misschien is megaupload nog een goeie voor de foto's.500mb per keer...
-
25 November 2006 - 10:19
Manonster:
Heerlijk genieten!!! Zodra Jip kan lopen en ik de staatsloterij win, ga ik ook naar China. Ik wilde al, maar nu ik jullie foto's zie wil ik nog liever. Veel plezier ... -
25 November 2006 - 16:26
Leonie:
Respect, diep respect! Volgend jaar naar Spanje met een OAD bus? Yak! Overigens wat een onwijs mooie foto's zeg!!! -
25 November 2006 - 20:08
Mars:
29 uur in een bus.........?
Ik maar klagen Rotterdam cs - Hollands spoor. -
26 November 2006 - 11:59
Ivonne Hoekstra:
Las via mijn mail eerst de reacties van degenen die mij voorgingen. Na lezen en bekijken van de foto´s: geweldig! Werkelijk leuk lezen en bewondering voor de mooie zinnen. Grinniken om de grappige opmerkingen. Genieten van de mooie en leuke momenten en de mindere voor kennisgeving aannemen: een aantrekkelijke manier van meeliften op jullie ervaringen. Fijn dat jullie anderen laten meegenieten.
Have fun and take care.
Liefs. -
27 November 2006 - 22:30
Irene:
Als je die tekst zo leest, denk je van 'waar zijn ze aan begonnen?' Maar dan zie je de foto's... :)
Mooi man! Ik ben jaloers. Groetjes! -
06 December 2006 - 12:43
Doortje:
hallo andyenannemeike,
Indrukwekkend is jullie verhaal weer, leuk om te lezen en de foto's vind ik prachtig (krijg het koud van!).Zorg wel goed voor jezelf,hè? Liefs, Doortje
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley